Gambia voor beginners: tips voor een eerste bezoek aan ’the smiling coast of Africa’
Zon, zee, strand en belachelijk veel Afrikaanse couleur locale. Dat is Gambia in een notendop: een verrassende bestemming die veel meer te bieden heeft dan je op het eerste zicht zou denken.
Wij trokken voor de tweede keer naar dit sympathieke landje en waren opnieuw bijzonder enthousiast over wat Gambia allemaal te bieden heeft. Indien je er zelf nog nooit was maar wel goesting hebt om dit Afrikaanse landje te ontdekken: ziehier alles wat je moet weten voor je vertrekt.
Snel een slaapplek zoeken? Bekijk accommodaties in Kotu, Kololi (Senegambia Strip), Bijilo en Bakau op de kaart:
Eerlijk: Gambia is zo’n bestemming waarbij je bij het uitstappen meteen voelt dat je uit je routine bent. Het licht is anders, de lucht ruikt anders, en nog voor je goed en wel geïnstalleerd bent, merk je dat je schouders vanzelf wat zakken. Zeker als je uit een Belgische winter komt, is dat effect bijna instant.
De lachende kust van Afrika
Gambia is het kleinste land van het Afrikaanse vasteland; op de kaart van West-Afrika is het niet meer dan een smal strookje land, volledig omringd door Senegal en grenzend aan de Atlantische kust (voor een kaartje: zie onderaan deze post). Het landje wordt bovendien nog eens doormidden gesneden door de rivier. Meer is het eigenlijk niet. Het land wordt bovendien doorkruist door de Gambia-rivier. Meer is het eigenlijk niet. Onterecht zou je kunnen denken dat er in zo’n klein land bitter weinig te zien en te beleven valt. Niet dus. Gambia blinkt uit in couleur locale, optimisme, gastvrijheid en onvoorziene verrassingen.




Gambia wordt niet voor niets The Smiling Coast of Africa genoemd: de sfeer is vaak warm en gemoedelijk, en toerisme is voor veel mensen een belangrijke bron van inkomsten.
Wanneer moet je gaan?
Wanneer je maar wil, want warm is het er sowieso (denk: rond de 30°). Maar: warm kan “droog en easy” zijn, of “vochtig en plakkerig”. Daarom is het handig om het verschil te kennen tussen het droge seizoen en het regenseizoen.
Droog seizoen
Grofweg van eind oktober/november tot mei/juni. Dit is voor veel reizigers de populairste periode: veel zon, weinig regen en doorgaans het meest comfortabele weer om uitstappen te doen.
Kortom: wil je tijdens onze grijze winters even ontsnappen aan alle koude en regen en 100% zeker zijn van zon en warmte, boek dan vlug een vliegtuigticket richting Gambia.
Regenseizoen
Ongeveer van half juni tot (midden) oktober. Het is dan groener en tropischer, maar ook vochtiger, met meer muggen en (afhankelijk van waar je naartoe trekt) soms wegen die lastiger zijn.
Buien zijn vaak stevig en eerder kort dan de hele dag door: het regent dan gemiddeld ongeveer de helft de van dagen, en slechts een tweetal uur per dag (korte hevige buien, meestal op het einde van de dag of ’s avonds laat). Voor de rest is het er heel zonnig en warm, al zorgt de extreme luchtvochtigheid er dus wel voor dat je bij de minste inspanning loopt te zweten en te puffen. Ideaal dus voor een strandvakantie waarbij je vooral op je luie reet op het strand wil liggen.

Wat kun je er allemaal doen?
Palmbomen, witte stranden, zoete temperaturen… dat vraagt om uitgebreid aan het strand of het zwembad te loungen terwijl je een cocktail uit een kokosnoot slurpt. Maar eerlijk: als dat het enige is wat je zou doen tijdens een reis naar Gambia, dan mis je echt een pak leuke dingen.

Om maar een paar activiteiten op te sommen die voor ons echt het verschil maakten:
- Met een bootje door mangrovegebieden varen (rustig, groen, bijna meditatief).
- Je in het gewoel van de Tanji Fish Market storten (chaos, geuren, en vooral: véél leven).
- Een lokaal project bezoeken (als je dat doet: liefst doordacht en met een betrouwbaar contact).
- Fietsen door dorpjes en langs het strand (traag tempo, veel contact, en je ziet meer dan vanuit een taxi).
- Een worstelwedstrijd bijwonen (worstelen is er populair en de sfeer is top).
- Een graffiti/straatkunst-spot meepikken in Galoya (Kubuneh), waar het Wide Open Walls-project de muren tot een openluchtgalerij maakte (heel onverwacht, maar zó de moeite).
- Vogelspotten (Gambia is een paradijs voor vogelliefhebbers; zelfs “casual” zie je hier opvallend veel soorten, zeker rond water en mangroves)
- Een kookworkshop doen en zelf in de potten roeren (plezant, lekker, en je leert in één keer wat er hier écht op tafel komt).
- En ja: ook gewoon niets doen en languit van zon en zee genieten.
Als ik er eentje moet uitpikken die je meteen in het echte leven van Gambia katapulteert, dan is het wel de Tanji Fish Market. Het is zo’n plek waar je even alles tegelijk binnenkrijgt: geluid, tempo, kleuren, geuren — en vooral véél leven. Het is niet “mooi” op de gepolijste manier, maar het is wel oprecht. Ik merkte dat ik daar rondliep met grote ogen en volop aan het genieten was van de sfeer en al het geroezemoes.
Wat moet er in de koffer?
In Gambia is het altijd warm. ’s Morgens kan het nog wat koel zijn (koel, niet koud) maar tegen de middag is het zweten geblazen met tropische temperaturen. ’s Avonds koelt het opnieuw wat af – tot ongeveer 20 graden.
Dit vergeet je best niet:
• Pet/hoed en zonnecrème.
• Licht truitje voor ’s avonds.
• Muggenwering (en als je gevoelig bent: lange mouwen/broek ’s avonds).
• Comfortabele sandalen of sneakers (stof, zand en soms hobbelige stukken).
Gambia is overwegend islamitisch maar doorgaans tolerant. Je hoeft je niet te verstoppen in je kledij, maar “deftig en discreet” is gewoon de makkelijkste keuze. En die killerheels? Laat ze thuis.
Kleine realiteit die je vakantie echt aangenamer maakt: neem muggenpreventie en drinkwater serieus, ook als je normaal weinig last hebt. Als je die basics op orde hebt, blijft de rest vooral genieten.
Overigens is kledij niet het enige wat je in je koffer stopt. Neem ook spullen mee die je kunt uitdelen aan de lokale bevolking en kinderen; snoepjes, balpennen, kleine cadeautjes… ze zijn er heel erg blij mee
Waar slaap je?
De kuststrook heeft veel keuze: resorts, kleinere hotels en plekken met meer groen of net meer leven errond. Dit zijn de plekken die het meest logisch zijn:
• Kotu: rustiger en strand-gericht; fijne uitvalsbasis.
• Kololi / Senegambia Strip: levendiger; restaurants en avondleven dichtbij.
• Bijilo: iets rustiger dan de strip, maar nog altijd in de buurt.
• Bakau: vaak wat lokaler gevoel en iets minder druk.
In Kotu verbleven we in het Sunset Beach Hotel, dat recent vernieuwd is en waar je verblijft in huisjes in een aangename tuin, vlak aan het strand. Een tof hotel dat goed gelegen is en waar je een leuke vakantie kunt beleven.




Ook mochten we het nieuwe Balafon Beach Resort uittesten, in Kololi. Het hotel werd ontworpen volgens traditionele Afrikaanse stijl, met mooie hutten waar moderne designkamers in ondergebracht zijn. Doorheen het domein kronkelt een prachtig landschapszwembad, al is de zee en het strand ook een aangename optie om wat te loungen.




Het hotel is gelegen in een wijk van Serekunda waar je ook ‘de strip’ vindt, een levendig straatje met restaurants en bars. Populaire hotspot is de Poco Loco Beach Club, een plek waar je zowel kunt eten en drinken als van optredens genieten. Locals en toeristen gaan hier graag uit de bol en ook wij lieten ons stevig gaan tijdens een stomende reggae night, we waren met geen stokken van de dansvloer te krijgen!

Op je bord
Alleen maar lekkere dingen! In de grote hotels vind je natuurlijk alles wat ook bij ons op de kaart staat – van pizza over hamburgers met frietjes tot meer ingewikkelde gerechten – maar uiteraard wil je ook wel eens iets lokaals eten. De Gambiaanse keuken heeft als hoofdingrediënten rijst, couscous, zoete aardappel, bonen, pinda’s en kip of vis en alles smaakt bijzonder lekker.



Je ziet regelmatig deze klassiekers passeren:
• Yassa
• Domoda
• Benachin
En voor de rest kun je er natuurlijk volop exotisch fruit vinden, zoals mango’s, bananen en watermeloenen.
Wat mag dat kosten?
De munteenheid van Gambia is de dalasi (GMD). De wisselkoers kan schommelen, dus reken niet met oude “vaste” omrekeningen. Check vlak voor vertrek even de actuele koers. Cash blijft handig; een kleine buffer geeft rust.
In hoofdstad Banjul en langs de strip in Serakunda kun je makkelijk geld uit de automaat halen, in de rest van het land is dat wat moeilijker, dus haal in één keer voldoende af. Zowel Mastercard als Visa worden aanvaard (maar Visa geniet wel de voorkeur).
Voor een lokaal biertje Julbrew betaalden wij ongeveer 20 dalasi, een fles water van 1 liter 30 dalasi, een eenvoudige maaltijd kostje je tussen de 30 en 50 dalasi. Uiteraard liggen de prijzen in de hotels en voor Westerse producten een stuk hoger.
Beetje rondreizen?
Alleen als je stalen zenuwen hebt of al langere tijd in Gambia verblijft en al één en ander gewoon bent, kun je er zelf met de wagen rondrijden; de lokale rijstijl is er immers nogal ‘creatief’. Vertrouw liever op de taxi’s, die zijn goedkoop en zo goed als overal beschikbaar.
Als toerist neem je bij voorkeur de ‘groene’ taxi, iets duurder dan de gele taxi’s (die vooral door de lokale bevolking gebruikt wordt en die je ook moet delen met andere mensen) maar nog steeds heel erg goedkoop is en beter gereglementeerd. Zoals overal wel even een prijs afspreken op voorhand.

Verder kun je uitstappen boeken via een reisorganisatie, zo hoef je zelf niet uit te vissen hoe je van punt a naar punt b geraakt en kun je meer genieten van de omgeving.

Wat je verder nog moet weten over Gambia:
- Gambia is een heel veilig land met een bijzonder lage criminaliteit, al moet je het natuurlijk niet uitlokken. Zoals altijd en overal moet je voorzichtig zijn voor zakkenrollers, niet lopen pronken met kostbare juwelen en je geld en bankkaarten veilig opbergen. En wat drugs betreft: Gambia voert een ‘zero tolerance’ drugsbeleid. Niets kopen (en niets gebruiken) dus.
- In Gambia kun je wel eens een malariamug tegen het lijf lopen (of beter: de mug loopt jou tegen het lijf), maar dat wil niet zeggen dat je het hele jaar door met malariapillen moet komen aanzetten. Tijdens het regenseizoen heb je de meeste kans op malariamuggen en dan zijn gepaste maatregelen wel aangewezen (pillen en DEET). Tijdens het droge seizoen is het niet nodig malariapillen te slikken, maar indien je dat per se wel zou willen, dan houdt niemand je tegen natuurlijk. Wij reisden tijdens het droge seizoen en omdat het slikken van malariapillen wel wat nadelen heeft, heb ik er zelf geen genomen.
- Gambia is een Afrikaans land en dan weet je wel dat je best geen water uit de kraan drinkt, ook niet in de meest luxueuze hotels. Overal kun je flessenwater kopen voor een prikje. Zorg er voor dat je inderdaad altijd een fles water bij je hebt, vanwege de warmte. Verder is ook desinfecterende handgel aan te raden en ontsmettingsmiddel om kleine wondjes schoon te maken en pleisters om deze te bedekken.
- Speciale inentingen om het land binnen te komen, zijn niet verplicht. Ben je echter van plan om je Gambia-reis uit te breiden naar andere Afrikaanse landen, of je wil gewoon op zeker spelen, dan kun je op deze site alle mogelijke aanbevelingen vinden.
- De officiële taal in Gambia is Engels; het wordt in de scholen onderwezen en vrijwel iedereen spreekt het. Ook plaatsnamen en officiële informatie wordt in het Engels aangewezen. Je zal er verder ook nog een aantal lokale dialecten horen, zoals Mandinka, Wolof, Fulani, Dyda, Serer en Serahule.
- Vanaf Brussel doe je er ongeveer 6 uur over om naar hoofdstad Banjul te vliegen. Leuk voordeel: er is slechts een tijdsverschil van 2 uur waardoor je dus geen last hebt van jetlag. Voeg daar een immer stralende zon aan toe en je hebt de ideale winterzonbestemming gevonden.
- Brussels Airlines vliegt het hele jaar door naar Gambia, er zijn 4 vluchten per week (op maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag).
- Een paspoort is niet nodig om Gambia binnen te geraken, je identiteitskaart volstaat
Lees ook: Een school bezoeken in Gambia: de tips & tricks

FAQ: Gambia voor beginners
Wanneer is de beste reistijd voor Gambia?
Voor de meeste reizigers is het droge seizoen (grofweg van oktober tot mei) het fijnst: veel zon, weinig regen en aangename avonden.
Hoeveel dagen heb je nodig in Gambia?
Met 7 dagen kun je al verrassend veel doen (kust + een paar uitstappen). Heb je 10–14 dagen, dan wordt het relaxter en kun je makkelijker ook wat verder het binnenland in.
Is Gambia veilig om rond te reizen?
Over het algemeen voelde het hier veilig, zeker in de toeristische zones. Wel: let op je spullen in drukte en ga niet in op “te mooie” aanbiedingen op straat.
Heb je malariapillen nodig in Gambia?
Dat is persoonlijk (en iets om met je huisarts/reisadvies te checken), maar muggen weren is altijd een must: goede spray, lange mouwen ’s avonds en eventueel een klamboe.
Hoe verplaats je je het makkelijkst in Gambia?
Taxi’s zijn het simpelst. Spreek de prijs vooraf af, en als je uitstappen wil combineren: een chauffeur voor een halve/dag is vaak gewoon de meest stressvrije optie.
Wat kost Gambia ongeveer (eten, drinken, uitstappen)?
Lokale eetplekjes kunnen echt goedkoop zijn, maar hotels en alles wat “westers” is, tikt sneller aan. Reken op een bestemming die budgetvriendelijk kan zijn, zolang je lokaal eet en slim kiest.
Wat moet je zeker eten in Gambia?
Probeer yassa, domoda en benachin: comfortfood met rijst, vaak met kip of vis. Bonus: vers fruit en sapjes zijn er vaak top.
Wat zijn de leukste activiteiten (naast strand)?
Tanji Fish Market voor een shot “echt Gambia”, mangroves voor rust, fietsen door dorpjes voor het trage ritme, worstelen voor sfeer, Galoya/Kubuneh voor street art, en een kookworkshop als je graag iets meeneemt dat niet in je koffer moet.
Meer informatie via de website toeristische dienst: www.visitthegambia.be




